Waarom Italië altijd een goed idee is

Deze regio’s staan bekend om hun bergen, meren, stijlvolle steden en rijke cultuur. Noord-Italië is goed bereikbaar per auto en heeft enorm veel afwisseling. Van charmante dorpen aan het Gardameer tot mondaine steden als Milaan. Je vindt hier fijne stranden, goede infrastructuur en culinaire klasse.

Perfect voor natuurliefhebbers, stedentrippers, fijnproevers en mensen die houden van comfort en variatie.

Of je nu van watersport, wandelen of luxe houdt – de merenregio’s zijn divers én adembenemend. Het Gardameer is populair bij gezinnen, het Comomeer bij romantische reizigers en Lago di Ledro is ideaal voor rustzoekers.

💡 Combineer natuur met stad: vanuit de meren ben je zó in Milaan of Verona.

De Ligurische kust betovert met zijn pastelkleurige dorpjes aan zee. De Cinque Terre is misschien de mooiste wandelroute van Italië – zeker in het voor- of najaar.

💡 Reis met de trein tussen de dorpjes – duurzaam én stressvrij.

Midden-Italië is het hart van cultuur, historie en romantiek. Toscane en Umbrië bieden een betoverend landschap met wijngaarden, olijfbomen en eeuwenoude stadjes. Hier geniet je van kunst, lekker eten en het échte Italiaanse leven.

Ideaal voor rustzoekers, cultuurfans, levensgenieters en liefhebbers van schilderachtige dorpjes.

Minder toeristisch dan Toscane, maar minstens zo mooi. Umbrië biedt stilte, heuvels en sfeervolle steden als Assisi en Orvieto. Marken is de verborgen parel aan de oostkust: berglandschappen én fijne stranden.

💡 Proef lokale specialiteiten zoals zwarte truffel en vissoep uit de Adriatische Zee.

Rome is een openluchtmuseum vol leven. Maar Lazio heeft meer: meren, heuvels en thermale baden vlak buiten de stad. Perfect te combineren.

💡 Verleng je stedentrip met een paar dagen aan het Meer van Bolsena.

Zuid-Italië is warm, levendig en vol karakter. Denk aan dramatische kustlijnen, vulkanische landschappen en sfeervolle dorpjes waar de tijd stil lijkt te staan. De keuken is puur, de sfeer gemoedelijk. Minder toeristisch, maar juist daarom zo bijzonder.

Voor zonaanbidders, cultuurliefhebbers, avontuurlijke reizigers en fans van het authentieke Italië.

Van de kleurrijke dorpjes van de Amalfikust tot de oude opgravingen bij Pompeï: dit gebied ademt karakter. In Basilicata ontdek je grotwoningen in Matera en ruige natuur zonder massa’s toeristen.

💡 Maak een boottocht naar Capri – onvergetelijk.

Zuidelijk, zonnig en vol smaak. Sicilië heeft vulkanen, barokke steden en een rijke geschiedenis. Sardinië blinkt uit met hagelwitte stranden en helderblauw water.

💡 Boek een fly drive voor ultieme vrijheid op het eiland.

In de hak van Italië liggen witte stadjes, kristalhelder water en eeuwenoude olijfbomen. Puglia is nog steeds relatief rustig. Calabrië is puur, ruig en budgetvriendelijk.

💡 Bezoek Alberobello met z’n trulli – alsof je in een sprookje wandelt.

Wanneer je precies naar Italië op vakantie gaat, heeft veel effect op jouw vakantiebeleving. Je kan je voorstellen dat het buiten de schoolvakanties een stuk rustiger is op de toeristische hotspots en dat het seizoen waarin je reist ook het verschil kan maken. We nemen je mee door de seizoenen en adviseren je, zodat jij kan bepalen welke reistijd het beste is voor een vakantie naar Italië.

Een van de fijnste tijden om Italië te bezoeken is het voorjaar. De natuur ontwaakt en dat is te zien. Bloemenvelden in Toscane, frisgroene heuvels in Umbrië en bloeiende citroenbomen aan de Amalfikust. De temperaturen zijn aangenaam – ideaal voor stedentrips, wandelingen en het ontdekken van cultuur zonder drukte of hitte. Terrassen lopen langzaam vol, en de sfeer is ontspannen.

💡 Mei is perfect voor een rondreis door bijvoorbeeld Puglia of de Bloemenrivièra.

Dit is het hoogseizoen, vooral in populaire regio’s als het Gardameer, de Adriatische kust of Sardinië. Reken op zon, warmte en levendigheid. Houd er wel rekening mee dat het in het binnenland en zuiden echt heet kan worden (boven de 35 graden). In augustus vieren veel Italianen zelf vakantie (Ferragosto), waardoor kleine winkels en familiebedrijven tijdelijk kunnen sluiten, vooral in landelijke gebieden. Aan zee is het dan juist extra gezellig en bruisend.

💡 Ga je in de zomer? Kies voor een verblijf aan een meer of kust, of boek een accommodatie met zwembad en airco.

Een absolute favoriet onder Italië-liefhebbers. De hitte zakt, de zee blijft nog heerlijk warm, en de grote toeristenmassa’s verdwijnen. Perfect dus voor wie graag op ontdekking gaat. Ook het culinaire leven komt nu tot bloei: het is oogsttijd! Denk aan truffels in Umbrië, druivenpluk in Toscane en olijvenoogst in Puglia. Dus voor wie Italië écht wilt proeven, is het najaar absoluut de beste reistijd.

💡 Combineer een rondreis met wijnproeverijen of lokale foodfestivals.

De winter is verrassend veelzijdig. Voor wie houdt van cultuur en kerstmarkten zijn steden als Rome, Florence of Napels rustig en sfeervol. Rond december zijn de straten prachtig versierd en zijn er volop lokale lekkernijen zoals panettone of warme cioccolata calda.

En voor wintersportliefhebbers? In het noorden liggen de Dolomieten en Alpen te wachten met goed verzorgde pistes, charmante bergdorpjes en Italiaanse gezelligheid.

💡 Buiten het hoogseizoen profiteer je vaak van aantrekkelijke prijzen én meer rust.

In Italië draait het leven om eten – maar dan wel op z’n Italiaans. Wie zich een beetje verdiept in de eetcultuur, merkt al snel: het gaat niet alleen om wat je eet, maar vooral hoe en wanneer.

Zo eet men er doorgaans later dan we in Nederland gewend zijn. Lunchtijd is vanaf 13:00, en het diner begint pas écht na 20:00. In kleine dorpen kan een restaurant voor 19:00 nog gewoon gesloten zijn – geen paniek, dat is volkomen normaal.

En wat je bestelt? Ook daarin heeft de doorsnee Italiaan een idee bij. Een pizza als lunch bijvoorbeeld, dat doen de meeste Italianen liever niet – pizza is een avondgerecht. En die cappuccino na het eten? Beter van niet. Italianen drinken cappuccino alleen in de ochtend, want melk na een maaltijd wordt gezien als ‘zwaar’. Wil je opgaan in de lokale gewoontes, bestel dan gewoon een espresso na het eten – kort, sterk en precies goed. Maar neem uiteraard gewoon wat je lekker vindt.

Ook aan tafel geldt: quando a Roma, fai come i Romani – doe zoals de Romeinen. Dus als er al olie of azijn op tafel staat, vraag dan niet om extra’s. In Italië vertrouw je de kok. Brood krijg je vaak los geserveerd, zonder boter. Geen vergissing, maar een gewoonte: het brood gebruik je om de laatste restjes saus van je bord te vegen. Daar hebben ze zelfs een woord voor: fare la scarpetta. En geloof me – het is heerlijk.

Kortom: eet met het ritme van het land, laat je verrassen door de lokale gebruiken, en proef Italië zoals het bedoeld is.

Tussen 17:00 en 20:00 is het tijd voor een aperitivo: een drankje met kleine hapjes in een bar of op een terras. Denk aan olijven, bruschetta, naturel chips of kleine stukjes kaas of worst. Bestel bijvoorbeeld een Spritz of een glas wijn en je krijgt er vaak automatisch iets lekkers bij. Kunnen we deze traditie in Nederland overnemen?

• De autosnelwegen (autostrade) zijn goed onderhouden, maar vaak tolwegen. Houd contant geld of een creditcard bij de hand.

• Rijden in steden kan hectisch zijn. Let op de ZTL-zones (verkeersvrije zones) – boetes worden automatisch uitgedeeld via camera's.

• Een autorondreis of fly drive is ideaal als je de mooiste plekjes wilt ontdekken zonder gedoe.

• Binnenlandse treinen zijn prima geregeld – snel, betaalbaar en goed voor stedentrips. Van Rome naar Florence? In 1,5 uur ben je er met de hogesnelheidstrein.

Italië bezoeken is niet alleen een reis door prachtige landschappen en heerlijk eten, maar ook een ontmoeting met een warme en trotse cultuur. Wie zich een beetje verdiept in de gewoontes, merkt al snel: met een paar kleine gebaren maak je een grote indruk.

Begin bijvoorbeeld met een vriendelijke groet. Een simpel “buongiorno” (goedemorgen) of “buonasera” (goedenavond) doet wonderen – of je nu een winkel binnenstapt, je cappuccino bestelt of iemand op straat iets vraagt. Italianen waarderen het enorm als je hun taal en beleefdheid respecteert.

Ook kleding zegt veel. Zeker bij een bezoek aan kerken of kloosters is gepaste kleding belangrijk. Denk aan bedekte schouders en knieën – een lichte sjaal in je tas komt altijd van pas. Niet omdat het moet, maar omdat je zo laat zien dat je oog hebt voor de omgeving en cultuur.

In restaurants is fooi geven niet verplicht, maar wel een mooie manier om je waardering te tonen. Als je goed bent geholpen, laat dan gerust 5 tot 10% achter. Het wordt gezien als een beleefd gebaar – geen verplichting, maar wel een prettig bedankje.

Kortom: met een glimlach, een beetje aandacht en respect voor de Italiaanse manier van doen, voel je je al snel geen toerist meer – maar een welkome gast.

• Siësta bestaat nog: Veel kleine winkels sluiten tussen 13:00 en 16:00 uur – handig om rekening mee te houden.

• Stopcontacten zijn net als in Nederland (type C/F) – een wereldstekker is meestal niet nodig.

• Drinkwater is veilig uit de kraan in steden – vooral bij fonteintjes zie je locals hun flesjes bijvullen.

• Tanken? Let op: veel tankstations zijn onbemand. Je betaalt dan vooraf via een automaat (soms alleen met contant geld of pinpas).

• Taal: In toeristische gebieden spreken veel mensen Engels, maar een paar woorden Italiaans doen wonderen. “Grazie” (dank je), “Per favore” (alsjeblieft) en “Scusi” (sorry/excuus) openen deuren.

• Veiligheid: Italië is over het algemeen veilig, maar let op zakkenrollers in grote steden en op drukke plekken.

Met deze tips op zak beleef je Italië zoals het bedoeld is: ontspannen, smaakvol en vol respect voor de lokale cultuur. Buon viaggio!